Adresonderzoeken

Adresonderzoeken

U moet op het goede adres zijn ingeschreven in de Basisregistratie Personen (BRP). Er moet ook niemand op uw adres geregistreerd staan die daar niet woont. De belastingdienst kijkt hiernaar, bijvoorbeeld voor uw toeslagen. De gemeente gebruikt de BRP als u bijstand aanvraagt. Bent u dan alleenstaand maar zijn er meer mensen op uw adres ingeschreven? Dan denkt de gemeente misschien dat u samenwoont en dat heeft gevolgen voor de uitkering. Inschrijving op het goede adres is ook belangrijk voor de huisvestings- of parkeervergunning.

Bij twijfel over inschrijvingen op uw adres, kan de gemeente dit onderzoeken. U kunt als bewoner merken dat er iemand op uw adres staat ingeschreven die er niet (meer) woont. Er blijft post voor diegene komen of, erger, de deurwaarder of de politie komt bij u aan de deur voor deze persoon. U krijgt een verkeerde aanslag voor gemeentelijke heffingen of boetes die niet voor u zijn. U kunt de gemeente dan vragen om een adresonderzoek.

De gemeente kan ook uit zichzelf adresonderzoek starten. Bijvoorbeeld als brieven van de gemeente steeds terug komen. Of als de gemeente hoort dat er andere mensen op uw adres wonen dan degenen die er zijn ingeschreven. Of als iemand die op uw adres staat ingeschreven, zelf een ander adres noemt. Of als de gemeente denkt dat u zelf op een ander adres woont.

Klachten bij de ombudsman

Als het adresonderzoek begint, wordt uw adres in de BRP ‘in onderzoek’ gezet. Instanties die uw adres moeten controleren, kunnen dan niet verder tot het onderzoek klaar is. Als dat lang duurt kunt u toeslagen, uitkering of uw (zorg)verzekering kwijtraken. Daar krijgt ombudsman klachten over.

Ook over het optreden van de gemeente bij het onderzoek zelf krijgt de ombudsman klachten. Een huisbezoek kan hier deel van uitmaken. Het optreden van de medewerkers tijdens zo’n bezoek is niet altijd prettig of het bezoek duurt erg lang. Of het lukt niet een redelijk moment te vinden voor een huisbezoek, bijvoorbeeld buiten uw werktijd. Juist bij een huisbezoek is respect voor uw privacy heel belangrijk. Niet alles wat de gemeente bij u vindt, hoort in het dossier van het adresonderzoek thuis. Het huisbezoek moet ook nodig en redelijk zijn. Huisbezoek is niet altijd nodig als u alle gevraagde informatie zelf al geeft. Een huisbezoek hoort ook niet als wordt gezocht naar informatie die de gemeente niet nodig heeft. Een huisbezoek is niet redelijk (‘niet evenredig’) als er voor de gemeente een minder ingrijpende mogelijkheid is om informatie te krijgen.

De ombudsman onderzocht in 2014 hoe de gemeente Rotterdam omgaat met mensen die zijn betrokken bij een adresonderzoek. Daarna onderzocht hij hoe de gemeente de aanbevelingen van de ombudsman na dit onderzoek opvolgde. Uit zijn in 2021 gepubliceerde rapport blijkt dat bijna alle aanbevelingen zijn gevolgd. Wat blijft is de aanbeveling de wachttijd voor een afspraak voor aangifte tot hervestiging tot maximaal 5 dagen te beperken. Dat geldt ook voor de aanbeveling over het beter informeren van inwoners over de mogelijkheid van een spoedafspraak. Nieuw is de aanbeveling om betrokkenen bij een adresonderzoek te vertellen waar en waarom gegevens zijn opgevraagd en wat daarmee is gedaan. Daarbij hoort ook uitleg over de bewaartermijn en de rechten van de betrokken.

Lees hier het rapport Opsporing verzocht, hoe gaat het nu met de Rotterdamse adresonderzoeken? van de ombudsman uit 2021. Het eerdere rapport uit 2014, Opsporing verzocht!, leest u hier.